Dr. Jan Brouwer: Nationale Feestdag 5 mei

Gemythologiseerd verhaal

Over Nationale Feestdag 5 mei bestaan tal van mythen (historische onjuistheden), vooral over  besluitvorming, grondslag en aanduiding. Sommigen vinden meningen kennelijk belangrijker dan op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde feiten. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei schrijft op zijn Tijdlijn 4 en 5 mei: '16 januari 1946 Ministerraad besluit viering bevrijding voortaan op 5 mei te houden, zonder daarvan een vrije dag te maken.’ 

Het vermeldt voorts dat bij Koninklijk Besluit uit 1990 '5 mei de status (krijgt) van nationale feestdag, maar  geen algemene vrije dag (wordt).' De status van nationale feestdag had 5 mei echter al sinds 1946. Het Koninklijk Besluit uit 1990 tot aanwijzing van 5 mei als nationale feestdag stelt overigens terecht dat 5 mei de dag is waarop jaarlijks de bevrijding van het Koninkrijk der Nederlanden wordt gevierd.  

De geallieerden eisten uitsluitend onvoorwaardelijke militaire capitulaties. De Britse veldmaarschalk Montgomery accepteerde op de Lüneburger Heide op 4 mei 1945 om 18.30 uur de onvoorwaardelijke capitulatie van de Duitse troepen (Heeresgruppe Nordwest) in Nederland, Noordwest-Duitsland en Denemarken op gezag van het Duitse Opperbevel. Het Document van Overgave (Instrument of Surrender) trad op zaterdag 5 mei 1945 om 08.00 uur in werking, ook in Nederland en Denemarken. Daarom viert ook Denemarken op 5 mei bevrijdingsdag. Op dat tijdstip staakten die Duitse troepen alle vijandelijkheden. Nederlanders die een radio gebruikten, hadden vrijdag al vernomen dat ook de Duitse troepen in Nederland de volgende morgen de strijd zouden staken. Zie de tekst van Het Parool hiernaast. Nederland kon op 5 mei om 08.00 uur de herwonnen vrijheid vieren. Die vrijheid viert Nederland op Nationale Feestdag 5 mei.

Velen verwarren het Document van Overgave (Instrument of Surrender) van 4 mei 1945 met Bevelen aan Duitse bevelhebbers die gecapituleerd hebben  (Orders to German Commanders on Surrender) van 5 mei 1945 in Wageningen. Die bevelen tot verstrekking van militaire informatie dienden slechts ter implementatie van het Document van Overgave. De artikelen 3 en 4 van het Instrument of Surrender schreven voor dat de troepen die zich hadden overgegeven alle verdere geallieerde bevelen 'onmiddellijk en zonder commentaar' moesten uitvoeren. Generaal Crerar, bevelhebber van het Eerste Canadese Leger, wilde zelf geen uitvoering geven aan de capitulatie op de Lüneburger Heide van 4 mei 1945. Daarvoor had hij een te grote afkeer van Duitsers. Hij belastte daarom zijn korpsbevelhebbers Foulkes en Simonds met de afhandeling en uitvoering van het Document van Overgave in hun sectoren. Zij moesten bevelen en militair-technische bijlagen ter tekening voorleggen aan de Duitse bevelhebbers die gecapituleerd hadden. Luitenant-generaal Ch. Foulkes deed dat in Wageningen en luitenant-generaal G. Simonds in Bad Zwischenahn bij Oldenburg. Britse bevelhebbers deden dat in de omgeving van Bremen en Hamburg. Wageningen lag aan de toegang van de geneutraliseerde zone en was gebruikt bij overleg over voedseltransporten. Bovendien was de bevolking geëvacueerd en de stad in geallieerde handen. De keuze voor het zwaar beschadigde hotel ‘De Wereld’ of de aula van de landbouwhogeschool lag dan ook voor de hand. Ter implementatie van de capitulatie op de Lüneburger Heide formuleerde Foulkes de vereiste bevelen (Orders to German Commanders on Surrender). De Duitse generaal Blaskowitz die zich op 4 mei had overgegeven, tekende die bevelen op 5 mei om 16.30 uur, dus binnen een half uur zonder enig commentaar en uiteraard zonder onderhandelingen; overeenkomstig het Document van Overgave, artikelen 3 en 4. Daarna volgden inmei ontwapening en krijgsgevangenschap van de Duitse troepen.

Beweringen hierover van Lou de Jong in het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 12, Epiloog, Eerste helft, Leiden  1988, p. 68 zijn uit de lucht gegrepen. De Jong stelt dat op 5 mei 1945 Generaloberst Blaskowitz namens de Wehrmacht in Wageningen zei dat hij bereid was zich over te geven. Hij ondertekende het desbetreffende document één dag later. ‘Nadien gold de 5de mei als de nationale bevrijdingsdag. Allemaal nonsens. De Jong is door velen en tal van organisaties kritiekloos gevolgd, waarbij sommigen bovendien blijk gaven te beschikken over een levendige fantasie.

Bram Peters beweert dat ‘de dag van de capitulatie van de Duitsers op 5 mei 1945 te Wageningen door het kabinet-Schermerhorn is uitgeroepen tot nationale Bevrijdingsdag.’ Totale nonsens. (Herdenken en vieren. Debatten in de Tweede Kamer over de betekenis van 4 en 5 mei, in: Carla van Baalen e.a. (red.) Jaarboek Parlementaire Geschiedenis, 2007, p. 97). 

Ilse Raaijmakers beweert dat ‘al in augustus 1945 één datum als herdenking van de bevrijding (werd) aangewezen. 5 mei, de dag waarop de Duitsers in Wageningen de capitulatie ondertekenden, werd nationale bevrijdingsdag’. Eveneens totale nonsens. (4 en 5 mei. Het herdenken van de Tweede Wereldoorlog in Nederland 1945-1975, scriptie Un. van Amsterdam, 2008, p. 28). 

De website www.Rijksoverheid.nl stelt: ‘Nederland staat op 5 mei ook stil bij de waarde van vrijheid, democratie en mensenrechten.  De overheid koos voor deze datum omdat op die dag de Duitsers capituleerden.’ Eveneens onzin.

Velen beweren dat het kabinet-Schermerhorn besloot 5 mei ‘de dag van de Duitse capitulatie’ als nationale bevrijdingsdag aan te wijzen. 

Ook zij spreken dus abusievelijk over ‘capitulatie van de Duitsers’; de Duitsers ondertekenden de capitulatie of ‘de Duitsers capituleerden’ in Wageningen. Zij spreken ook over het besluit om 5 mei, ‘de dag van de Duitse capitulatie’, als nationale bevrijdingsdag aan te wijzen of uit te roepen. Dat hoefde helemaal niet. 5 mei was gewoon de nationale bevrijdingsdag. Ook een Duitse capitulatie was echter onmogelijk evenals overigens een ‘capitulatie van de nazi’s’ of van Nazi-Duitsland. De geallieerden erkenden immers de Duitse regering in Flensburg niet. Uitsluitend het Oberkommando der Wehrmacht kon instemmen met onvoorwaardelijke militaire capitulaties of zelf capituleren, zoals het deed op 7 mei 1945 in Reims. 

Werkelijkheid

De Raad van Ministers kon 16 januari 1946 geen besluit nemen, omdat de raad die dag niet vergaderde. De ministerraad had bovendien dinsdag 7 augustus 1945 het volgende besluit genomen: ‘Te beginnen met het volgend jaar zal als Nationale Feestdag gelden de dag der capitulatie 5 Mei’. Koningin Wilhelmina wilde niet dat Nederland deze nationale feestdag zou vieren op haar verjaardag 31 augustus. 

De Raad van Ministers wees dus 5 mei niet aan als nationale bevrijdingsdag zoals velen beweren, maar als Nationale Feestdag. 

Een onjuistheid van de Raad van Ministers was de motivering voor de keuze van 5 mei. De ministerraad zag 5 mei als ‘de dag der capitulatie’. Dat was echter 4 mei 1945. Op die dag capituleerden immers ook de Duitse troepen in Nederland op de Lüneburger Heide. Deze onjuistheid hoeft echter geen probleem te zijn. Op zaterdag 5 mei 1945 om 08.00 uur trad immers de capitulatie op de Lüneburger Heide in werking. De motivering moet dus zijn ‘de dag waarop de capitulatie in werking trad’ of ‘de dag van inwerkingtreding van de capitulatie’. 

Nederland kan Bevrijdingsdag 5 mei als Nationale Feestdag uitsluitend vieren op basis van de inwerkingtreding van het Document van Overgave van de Lüneburger Heide op 5 mei 1945 om 08.00 uur; ook in Nederland. Op dat tijdstip staakten de Duitse troepen ook in Nederland alle vijandelijkheden.

Van 1958 tot 1990 vierde Nederland nationale feestdag 5 mei eens in de vijf jaar; sinds 1990 is 5 mei een jaarlijkse nationale feestdag. 

Gebruikte bronnen:

Nationaal Archief, Den Haag. Inventaris van de archieven van de Raad van Ministers (Ministerraad), 1823-1990 (nr. 2.02.05.02).

-         nr. 386 Agenda voor de vergadering van de Raad van Ministers van 7 augustus 1945.

-         nr. 388 Notulen van de vergadering van de Raad van Ministers van 7 augustus 1945.

Gerelateerde artikelen:

  1. Militaire capitulaties in 1945.  http://t.co/ob445OHYHa http://www.kritischhistoricus.nl/415219083
  2. Wageningen erkent capitulatie op 4 mei 1945 op de Lüneburger heide,  http://www.kritischhistoricus.nl/415080040 
  3. Capitulatie in Wageningen in mei 1945 is een geschiedvervalsing. http://historiek.net/capitulatie-in-wageningen-in-mei-1945-is-geschiedvervalsing/49371/ …

dr. J. Brouwer: Onjuistheden op tijdlijn van http://de-dam-zevenmei1945.nl/nl/tijdlijn/

Instrument of Surrender, 4 mei 1945, ondertekend op de Lüneburger Heide.

Instrument of Surrender, 4 mei 1945, ondertekend op de Lüneburger Heide.

http://de-dam-zevenmei1945.nl/nl/tijdlijn/

Mythen,leugens of onzin  zijn:

5 mei 1945:

- 08.00 uur: De Duitse troepen in Nederland, Noordwest-Duitsland, Sleeswijk-Holstein en Denemarken capituleren onvoorwaardelijk.

-  In Wageningen vinden in hotel De Wereld onderhandelingen plaats over de capitulatie van de Duitse troepen in Nederland. De generaals tekenen de vrede en verklaren dat de Duitse bezetting van Nederland voorbij is.

7 mei 1945:

- Canadese troepen komen naar Amsterdam. Britse Polar Bears voeren gesprekken over de overgave van de Duitse troepen in Amsterdam. 

Historisch juist is:

-   4 mei 1945 18.30 uur: De Britse veldmaarschalk Montgomery accepteert op de Lüneburger Heide de onvoorwaardelijke overgave van de Duitse troepen in Nederland, Noordwest-Duitsland, Sleeswijk-Holstein en Denemarken.

-  5 mei 1945 08.00 uur: Het Instrument of Surrender (Document van Overgave) treedt in werking. De Duitse troepen in genoemde landen staken alle vijandelijkheden. Nederland is vrij. 5 mei wordt nationale feestdag.

-  5 mei 1945 16.30 uur: in Wageningen ondertekent de Generaloberst Blaskowitz die zich 4 mei heeft overgegen uiteraard zonder onderhandelingen de "bevelen aan Duitse bevelhebbers die gecapituleerd hebben" ter implementatie van de capitulatie op de Lüneburger Heide ('Orders to German Commanders on Surrender'). Hij krijgt 24 uur uitstel voor het verstrekken van de vereiste vaak gedetailleerde militaire informatie. Daarom konden de 1st Canadian Infantry Division  en de Britse 49th (West Riding) Infantry Division niet op 6 maar op 7 mei 1945 naar het westen trekken om Duitse troepen te ontwapenen, respectievelijk naar Noord- en Zuid-Holland en gebied tussen het IJsselmeer en de Lek.

- 7 mei 1945: Verkenners van de Britse 49th (West Riding) Infantry Division verschijnen in Amsterdam, maar verdwijnen weer.

- 8 mei 1945:  Eenheden van het Canadese 1st Corps (Transport) brengen The Seafort Highlanders of Canada (van de 2de infanteriebrigade van de 1st Canadian Infantry Division) naar Amsterdam om de Duitse troepen daar te ontwapenen.

Prins Bernhard was als bevelhebber van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) verantwoordelijk voor het (wan)gedrag van leden van deze strijdkrachten, ook van de Three Castles groep in Amsterdam. De Canadese generaal Charles Foulkes had hem op gezag van Montgomery bevel gegeven dat zijn NBS geen Duitse troepen mochten ontwapenen en zich o.a. in Amsterdam niet gewapend op straat mochten vertonen. Ze mochten bovendien Duitse soldaten niet provoceren.

dr. Jan Brouwer: Nationaal Comité 4 en 5 mei (Jolanda Keesom), Breekbare dagen. 4 en 5 mei door de jaren heen, Amsterdam 2012, 306 p.

De kern is het ontstaan en de vormgeving van doden herdenken op 4 en vieren van de bevrijding en de vrijheid op 5 mei. De geschiedenis van 4 en 5 mei omvat ook de 4 meivoordrachten die sinds 1992 gegeven zijn. Erg hinderlijk is het veelvuldig onjuiste gebruik van ‘vanaf  in plaats van ‘sinds’. De lezer moet telkens weer nagaan in welke betekenis dit voorzetsel is gebruikt. Onjuist is ook dat de regering in 1946 bekendmaakte dat de viering van de bevrijding voortaan op 5 mei zou plaatsvinden (p. 25). Dat had de ministerraad al in augustus 1945 gedaan. Onjuist is bovendien de bewering dat de datum van bevrijdingsdag, 5 mei, teruggaat ‘op de dag waarop het Duitse leger in Nederland capituleerde’ (p. 23).

De Duitse troepen in Nederland, noordwest-Duitsland en Denemarken capituleerden op 4 mei 1945 op de Lüneburger heide ten overstaan van veldmaarschalk Montgomery. Deze capitulatie trad op 5 mei 1945 om 08.00 uur in werking. Op dat tijdstip staakten de Duitse troepen daar hun vijandelijkheden. Daarom vieren Denemarken en Nederland op 5 mei de bevrijding. Onjuist is ook dat voor veel Europese landen 8 mei als bevrijdingsdag geldt. Die landen vieren 8 mei Overwinningsdag (Victory in Europe Day – VE-Day). Op 8 mei trad immers de op 7 mei door generaal Jodl in Reims getekende onvoorwaardelijke capitulatie van de Duitse troepen op alle fronten (Act of Military Surrender) in werking. Er werd uiteraard geen wapenstilstand gesloten, zoals Keesom abusievelijk beweert. De geallieerden eisten immers onvoorwaardelijke capitulatie of vernietiging. Rusland viert inderdaad 9 mei de overwinning op Nazi-Duitsland. Die dag maakte Stalin het einde van de Grote Vaderlandse oorlog en de overwinning op Nazi-Duitsland bekend. Op 8 mei om 23.30 uur hadden veldmaarschalk Keitel,andere Duitse opperbevelhebbers en geallieerde bevelhebbers  in Berlijn-Karlshorst de ratificatie van de capitulatie in Reims getekend ten overstaan van de westerse geallieerden en het Rode Leger. Een Duitse capitulatie (p. 189) was onmogelijk, omdat de geallieerden de Duitse regering niet erkenden. Een capitulatie in Wageningen (79, 126, 231) is een beruchte ordinaire geschiedvervalsing. Reeds een vluchtige blik op de drie pagina’s in Wageningen is voldoende om te zien dat Orders to German Commanders on Surrender (Bevelen aan Duitse bevelhebbers die gecapituleerd hebben) geen Document van Overgave  is.

Indische Nederlanders herdenken op 15 augustus de Japanse capitulatie en het einde van de Tweede Wereldoorlog (96), aldus Keesom. Op 15 augustus 1945 was echter slechts de aankondiging van de Japanse capitulatie. Die dag staakten de Japanners hun vijandelijkheden in de Grote Oceaan en Zuidoost-Azië. De Japanse capitulatie op 2 september 1945 betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog. Keesom spreekt ook nog over een ‘slag om Arnhem’ (118, 270) zonder te vermelden dat dit een geschiedvervalsing is. Wel wijst ze op het belang van juiste ‘feitelijke historische informatie’ (258). Haar woorden komen dus niet overeen met haar daden.

Jan Brouwer: Maud van de Reijt, Zestig jaar herrie om twee minuten stilte. Hoe wij steeds meer doden gingen herdenken, Amsterdam 2010, 236 p.

Het boek is vlot geschreven, maar inhoudelijk kritiekloos beschrijvend. De kern van het boek is de wijze waarop men in Nederland op 4 mei steeds meer doden ging herdenken. Van gevallenen voor de vrijheid in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog tot en met Duitse oorlogsslachtoffers. De journaliste deed geen grondig historisch onderzoek met een historische analyse. Het boek bevat veel onjuistheden, waaronder het zeer storende gebruik van het voorzetsel ‘vanaf’ in plaats van ‘sinds’; aantal als meervoud en Raad van Staten (21). Historische onjuistheden, waaronder mythen en geschiedvervalsingen, zijn de onjuiste informatie over 5 en 8 mei 1945; een Duitse capitulatie en capitulatie van de nazi’s of Nazi-Duitsland (18, 89, 99, 138); een ‘slag om Arnhem’ (153); (ondertekenen van) een capitulatie in Wageningen op 5 mei 1945 (91, 108, 141) en daarom op die dag bevrijdingsdag vieren en Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 (67). Dus: een zooitje!.

De Duitse troepen (Heeresgruppe Nordwest) in Nederland en Noordwest-Duitsland en de troepen in Denemarken capituleerden op 4 mei 1945 om 18.30 uur op de Lüneburger Heide. Het ‘Instrument of Surrender’ trad op 5 mei om 08.00 uur in werking, ook in Nederland. De Duitse troepen in de betreffende landen of gebieden staakten op dat tijdstip hun vijandelijkheden. Daarom viert Denemarken op 5 mei bevrijdingsdag. Nederland behoort dat om die reden ook te doen en niet op basis van een vervalste capitulatie in Wageningen. Duitsland of de nazi’s konden niet capituleren, omdat de geallieerden president Doenitz en zijn regering in Flensburg niet erkenden. Er was 5 mei dan ook geen Duitse capitulatie (18). Uitsluitend Duitse militaire capitulaties waren mogelijk. Generaal Jodl, chef-staf van het Duitse Opperbevel, ondertekende niet op 8 maar op 7 mei 1945 in Reims de onvoorwaardelijke capitulatie van alle Duitse strijdkrachten op alle fronten. Deze capitulatie (Act of Military Surrender) trad op 8 mei in werking. Dat betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Daarom vieren de geallieerden 8 mei Victory in Europe Day (VE-Day). Veldmaarschalk Keitel en andere Duitse opperbevelhebbers tekenden zoals in Reims afgesproken op 8 mei ’s avonds in Berlijn evenals de westerse geallieerden en het Rode Leger de ratificatie van de ‘Act of Military Surrender’ van Reims. Stalin maakte het einde van de Grote Vaderlandse Oorlog en de overwinning op Nazi-Duitsland de volgende dag bekend. Daarom viert Rusland die dag het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Een "slag om Arnhem" is een ordinaire geschiedvervalsing. Lichtbewapende luchtlandingstroepen konden geen slag leveren met een zwaarbewapende tegenstander, zeker niet om een stad die geen doel was. Een capitulatie in Wageningen op 5 mei 1945 is ook een ordinaire en zeer domme  geschiedvervalsing. Generaal Blaskowitz moest daar ‘Orders to German Commanders on Surrender’ (Bevelen voor Duitse bevelhebbers die hebben gecapituleerd) ondertekenen. Deze bevelen – duidelijk te onderscheiden van een capitulatiedocument - dienden ter implementatie van de capitulatie op de Lüneburger Heide. Het kabinet-Schermerhorn besloot niet in 1946, maar in augustus 1945 5 mei als nationale feestdag aan te wijzen, zij het op basis van de vervalste capitulatie in Wageningen. Japan capituleerde niet op 15 augustus 1945, maar op 2 september 1945 aan boord van het Amerikaanse slagschip USS Missouri dat in de baai van Tokio voor anker lag. Ook de Tweede Wereldoorlog in Azië was afgelopen. De keizer kondigde op 15 augustus de capitulatie aan en Japan staakte die dag de vijandelijkheden in de Grote Oceaan en Zuidoost-Azië. 

Ook de aanwezigheid van Duitsers bij herdenkingen, vooral op lokaal niveau, berust op een door de schrijfster niet herkende geschiedvervalsing evenals de door het Nationaal Comité 4 en 5  mei gewijzigde herdenking op 4 mei en viering op 5 mei (191). Deze geschiedvervalsing is opgenomen in een pleidooi van de Nederlandse ambassadeur Peter van Walsum in Bonn in 1993 (88-98) en omvat vier elementen: Duitsers zijn ook van het nazisme bevrijd; 8 mei was ook voor Duitsland een bevrijding; Duitsers waren niet collectief fout in de oorlog en Duitsers waren ook slachtoffers van het nationaal-socialisme en de Tweede Wereldoorlog.  In werkelijkheid was de Tweede Wereldoorlog geen Nazi-oorlog, maar een Duitse oorlog; een door Duitsers gerechtvaardigde oorlog van een natie onder de wapenen, van patriottisme, nationale verdediging, nationale solidariteit en strijd voor een rechtvaardige zaak. De Duitsers streden tegen de zware, onrechtvaardige bepalingen van de Vrede van Versailles en kwamen bedreigde etnische Duitse minderheden te hulp, vooral in Polen. Duitsers wisten waarom en waarvoor ze vochten. Ze wisten ook van de vervolging van joden en anderen. De Duitsers vochten een zogenaamde gerechtvaardigde oorlog en zijn daaraan collectief schuldig. ‘Wir haben es nicht gewusst’ is een ordinaire geschiedvervalsing. Ze zagen de geallieerden dan ook niet als bevrijders, maar als overwinnaars, veroveraars en bezetters.

Niet aanbevolen!.

dr. Jan Brouwer, bespreking: David Kaufman en Michiel Horn, De Canadezen in Nederland. 1944-1945. Een bevrijdingsalbum, Laren N.H. 1981, 184 p.

Met een voorwoord van Evert Werkman. Het boek is gebaseerd op de film ‘Liberation’ van John Muller. Vert. Sante Brun. Bewerking: Evert Werkman.

Het gedenkboek is rijk geïllustreerd met foto’s die voornamelijk afkomstig zijn uit Canadese archieven. Het bevat bibliografische informatie, fotoverantwoordingen en een register. 

Het accent ligt op bevrijding, maar ook militairen vertellen hun verhalen. Het doel van de geallieerden was echter niet de bevrijding van Europa, maar de volledige overwinning op Duitsland. Het middel was vernietiging van de Duitse strijdkrachten, industriecentra en  steden. Het doel van de Canadezen ten noorden van Antwerpen tot de Maas; in Zeeuws-Vlaanderen en Zuid- en Noord-Beveland was het realiseren van een vrije toegang over de Westerschelde naar de haven van Antwerpen. Het middel was zuivering van die gebieden van Duitsers. De Canadese troepen in Oost- en Noord-Nederland hadden twee doelen: flankdekking bieden aan het Britse Tweede Leger en een bevoorradings- en verbindingsroute veiligstellen van Eindhoven over Nijmegen en Arnhem naar het noorden en noordoosten. Daartoe moest ook dat deel van Nederland gezuiverd worden. Bewoners zagen bevrijding en bevrijders. Ook operatie Market Garden was geen bevrijdingsoperatie. Het doel was niet de bevrijding van Noord-Nederland (p. 34 sic!). Het operatiedoel was vestiging van een bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer met sterke uitlopers over de IJssel als opstelplaats voor het Britse XXX Corps. Dat bleek echter een brug te ver.  De operatie duurde geen negen dagen (35) en ‘slag om Arnhem’ en een bruggenhoofd bij Arnhem (25) zijn geschiedvervalsingen. Luchtlandingsoperatie Market ten noorden van de Neder-Rijn was op 19 september 1944 al mislukt. Grondoperatie Garden liep op 21 september vast ten zuiden van Elst. De corridor van Nijmegen moet zijn het geallieerde Over-Betuwse bruggenhoofd (30, 46-47). De louter defensieve nasleep van operatie Market in Oosterbeek duurde tot 25 september. Montgomery was sinds 22 september 1944 al bezig met de voorbereiding van operatie Gatwick gericht op een Rijnoversteek en de vorming van bruggenhoofden bij Wesel en Keulen. Duitsers bliezen niet op 4 maar op 2 december 1944 de Rijndijk bij Elden op om het Over-Betuwse bruggenhoofd onder water te zetten (47). De Britse 49th (West Riding) Infantry Division trok vanuit het Over-Betuwse bruggenhoofd in april 1945 het Pannerdensch kanaal over en vervolgens de IJssel (84).

Andere onjuistheden zijn het gebruik van Engeland voor Verenigd Koninkrijk (84); de 49th (West Riding) Infantry Division was geen Regiment (121) en  de 155ste en 157ste brigades behoorden tot de 52nd (Lowland) Infantry Division (28-29). Dönitz, de opvolger van Hitler, werd geen Führer maar Reichspresident (89).

De auteurs hebben veel moeite met de verschillende capitulaties. Ze verwarren de capitulatie van Rotterdam op 14 mei 1940 met die van 15 mei 1940. Op die dag was er geen capitulatie van Nederland, maar van de Nederlandse strijdkrachten met uitzondering van die in Zeeland (13, 15, 19). Juist is dat veldmaarschalk Montgomery op 4 mei 1945 op de Lüneburger Heide de onvoorwaardelijke capitulatie aanvaardde van de Duitse troepen in Nederland, noordwest-Duitsland en Denemarken (89, 108, 126). Juist is ook dat deze capitulatie in werking trad op 5 mei om 08.00 uur. Op dat tijdstip was Nederland vrij. Onjuist is dat de Duitse troepen in Nederland op 5 mei 1945 capituleerden (11). Onjuist is ook dat er op 6 mei 1945 een einde aan de Duitse bezetting kwam (110). In Wageningen ondertekende generaal Blaskowitz geen capitulatievoorwaarden (91, 103, 111-112). Dat kon natuurlijk ook niet. De Duitse troepen in Nederland hadden immers op 4 mei 1945 een onvoorwaardelijke capitulatie getekend op de Lüneberger Heide. Dan kan de Duitse bevelhebber niet de volgende dag capitulatievoorwaarden tekenen. Blaskowitz ondertekende op 5 mei 1945 in Wageningen Orders to German Commanders on Surrender (Bevelen aan Duitse bevelhebbers die zich hadden overgegeven). Deze bevelen dienden ter implementatie van het capitulatiedocument (Instrument of Surrender) van de Lüneburger Heide. De auteurs verwarren soms de capitulatie op de Lüneburger Heide met een wapenstilstand (113, 126). Rijkscommissaris Seyss-Inquart werd niet op 8 mei 1945 op de vliegbasis Twenthe gearresteerd (103). Britse militairen arresteerden hem op 7 mei in Hamburg en brachten hem naar Nederland. Canadezen zetten hem gevangen in Delden om verhoord te worden door generaal Crerar in diens hoofdkwartier in kasteel Twickel. Taken van de Canadezen waren begin mei hulpverlening aan de hongerige en ondervoede bevolking en daarna het verzamelen en ontwapenen van de Duitse troepen (93-94).

Conclusie: veel en prachtig fotomateriaal; inhoudelijk erg zwak.

dr. Jan Brouwer: Prins Bernhard was geen oorlogs- of verzetsheld

De @Volkskrant publiceerde op 26 oktober 2016: 'Bernhard was een gewetenloze, gierige, egocentrische man'.

https://t.co/HYMNWS5fSd https://t.co/TwjvXrLO3i

Daarin kwamen de volgende zinnen voor: ‘Hij heeft zichzelf na de oorlog slim als oorlogsheld gepresenteerd, terwijl hij in Engeland alleen maar heeft feestgevierd. Koning George heeft over Bernhard gezegd: 'Hij is de enige die van de oorlog heeft genoten.' 'Doordat Bernhard zich na de bevrijding in een jeep als eerste de stad liet binnenrijden, heeft hij het imago van verzetsheld weten te creëren.' 

Met die stad wordt gedoeld op Wageningen. Prins Bernhard was echter noch een oorlogsheld noch een verzetsheld. Hij wekte de indruk dat de Duitse troepen in Nederland capituleerden in Wageningen en dat hij de NBS kon leiden. Zijn gebrek aan leiding over de Binnenlandse Strijdkrachten bleek 7 mei op De Dam in Amsterdam. De Duitse troepen in Nederland, Noordwest-Duitsland, Sleeswijk-Holstein en Denemarken capituleerden op 4 mei 1945 om 18.30 uur op de Lüneburger Heide ten overstaan van Montgomery. Deze capitulatie trad op 5 mei 1945 om 08.00 uur in werking. Nederland was op dat tijdstip vrij. 

In Wageningen tekende die dag de Duitse generaal Blaskowitz om 16.30 uur de Orders to German Commanders on Surrender. Deze bevelen dienden ter implementatie van de capitulatie op de Lüneburger Heide en waren door het capitulatiedocument vereist. Prins Bernhard hield de geschiedvervalsing van een capitulatie in Wageningen uit eigen belang in ere.

Dr. Jan Brouwer, Mythen in Veenendaal

Elst (U.) Jeugdherberg Eikelkamp

Elst (U.) Jeugdherberg Eikelkamp

Een dubbele mythe is dat Veenendaal ‘aan het einde van de oorlog pas op 9 mei 1945 bevrijd is’. (Wikipedia; gemeentearchief Veenendaal (0318) 538733); Digibron, kenniscentrum gereformeerde gezindte; Veenendaalsekrant.nl; de Gelderlander, red. De Vallei). In werkelijkheid gaat het om ontwapening van vijandelijke troepen na afloop van de oorlog. 


Capitulatie

De Tweede Wereldoorlog in Nederland was immers op zaterdag 5 mei 1945 om 08.00 uur afgelopen met de inwerkingtreding van het Document van Overgave, getekend op 4 mei 1945 om 18.30 uur op de Lüneburger Heide. Op 3 mei 1945  was een delegatie van de Duitse Reichspresident Karl Doenitz bij het hoofdkwartier van Montgomery op de  Lüneburger Heide verschenen. Doenitz wilde rust aan het westfront om het Rode Leger te kunnen bestrijden. Drie legers ten westen de Elbe wilden zich overgeven. Montgomery eiste echter de onvoorwaardelijke capitulatie van alle vijandelijke troepen die tegenover zijn Brits-Canadese legergroep stonden. Doenitz en het Oberkommando der Wehrmacht (OKW) stemden in met de onvoorwaardelijke capitulatie van legergroep Nordwest met troepen in Nederland, Noordwest-Duitsland en Sleeswijk-Holstein en de troepen in Denemarken. De delegatie keerde op vrijdag 4 mei terug en tekende om 18.30 uur de onvoorwaardelijke overgave van alle Duitse troepen in Nederland, Noordwest-Duitsland, Sleeswijk-Holstein en Denemarken. Het Document van Overgave (Instrument of Surrender) trad op 5 mei 1945 om 08.00 uur in werking. Heel Nederland was vrij en het tijdstip was het officiële einde van WOII in Nederland. Sinds dat jaar is 5 mei een Nationale Feestdag. Ontwapening van en  krijgsgevangenschap voor de Duitse troepen volgden in mei.

Ontwapening

Deel deze pagina

Ook op zaterdag 5 mei tekende Generaloberst J. Blaskowitz in Wageningen binnen een half uur en zonder commentaar om 16.30 uur de Orders to German Commanders on Surrender (Bevelen aan Duitse bevelhebbers die gecapituleerd hebben). Deze bevelen dienden ter implementatie van de artikelen 3 en 4 van het Document van Overgave over ‘verdere bevelen’. De bevelen in Wageningen hadden voornamelijk betrekking op in posities blijven bij bewapening, ontwapenen in  concentratiegebieden; sterkte, bewapening en opstelling van de troepen; militaire voorraden; mijnenvelden; verbindingen;, militaire Installaties; mijnen en explosieven uit wateren. Op verzoek van Blaskowitz mocht hij de vaak gedetailleerde vereiste informatie 24 uur later inleveren, dus op 6 mei om 15.00 uur. Dat betekende dat de opmars van Britse en Canadese troepen naar het  westen om vijandelijke troepen te ontwapenen niet op 6 maar op 7 mei kon beginnen en ongeveer ruim een week kon duren. Prins Bernhard kreeg van Montgomery duidelijk te verstaan dat leden van de Binnenlandse Strijdkrachten vijandelijke troepen niet mochten ontwapenen of provoceren en dat ze in grote steden niet gewapend op straat mochten komen. Prins Bernhard had echter onvoldoende gezag over zijn troepen. De Britse 49th West Riding Infantry Division  (Polar Bears) onder General-major Stuart B. Rawlins zou vijandelijke troepen in het gebied van het 88ste Armeekorps (Gen. Schwalbe, Bilthoven)  tussen het IJsselmeer en de Lek ontwapenen en de 1st Canadian Infantry Division het gebied van het 30ste Armeekorps (Gen. Schwalbe, Bilthoven) in Noord- en Zuid-Holland.  Bekend was dat Nederlandsde  SS’ers zich niet wilden laten ontwapenen door leden van de BS. 


Veenendaal

In Veenendaal bevonden zich troepen van de 34. SS-Freiwilligen Grenadier Division  Landsturm Nederland onder bevel van  SS-Oberführer Martin Maximilian Kohlroser:  SS-Grenadier Regiment 83 (SS-Obersturmbannführer Sepp Krafft) en SS-Grenadier Regiment 84 (SS-Standartenführer Michael Lippert). Deze troepen bevonden zich voornamelijk in Elst (U), Amerongen, Doorn en Veenendaal. Het 2nd MG Bn (Princess Louise’s ) Kensington Regiment van de Britse 49th West Riding Infantry Division ontwapende in Doorn SS-Grenadier Regiment 84 (77 officieren, 1415 manschappen). Op 9 mei om 16.45 uur en ook nog de volgden dag brachten leden van het 55th Anti-Tank Regiment onder kapitein G. V. Lockett, van het 70ste bataljon Royal Artillery (brig. E. N. Crosse) van de Polar Bears met gebruik van tanks en pantserwagens leden van het SS-Grenadier Regiment 83 in Elst (U.) naar het braakliggende terrein van jeugdherberg Eikelkamp voor ontwapening. Vandaar moesten die naar Harskamp  marcheren.  Crosse had dit op 7 mei in Doorn met Kohlroser overlegd.