dr. Jan Brouwer, recensie: Dik van der Meulen, Bernhards oorlog. Het leven van een prins in ballingschap, Amsterdam 2022, 320 p. Met lijst van afkortingen, noten, bibliografie en register.


De auteur geeft in dit vlot en aangenaam leesbare boek een helder beeld van prins Bernhard voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog waarbij hij ingaat op tal van  details. De prins in ballingschap is echter slechts een hoofdstuk. De auteur is wel wat onzorgvuldig in zijn taalgebruik. Hij  gebruikt ‘vanaf’ in plaats van ‘sinds’, Holland soms voor Nederland, staatsvorm (eenheidsstaat, (con)federatie) waar regeringsvorm (democratie, autocratie) is bedoeld, voor in plaats van over het voetlicht, Engelse in plaats van Britse troepen, alle in plaats van allen en beide in plaats van beiden. Als niet-historicus leunt hij te veel en kritiekloos op het al lang achterhaalde en gecorrigeerde werk van L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Het doel van de geallieerden was niet de onvoorwaardelijke capitulatie van Duitsland of de bevrijding van  (West-)Europa, Parijs of bepaald gebied, maar de volledige overwinning op Duitsland (Eisenhower: We will accept nothing else than Full Victory!). Het middel was dan ook geen  bevrijding van  gebieden, maar vernietiging van de Duitse strijdkrachten, industriecentra en steden. De benoeming van prins Bernhard tot bevelhebber van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) was geen goed besluit zelfs niet met plaatsing van Bernhard onder het geallieerde opperbevel van Eisenhower. Bernhard had daarvoor niet de capaciteiten,  miste het vereiste gezag over de ongedisciplineerde BS en vertoonde te veel wangedrag ook als leider van de BS. Hij had kritiek op operatie Market Garden zonder te weten wat deze operatie inhield. Montgomery wist wel degelijk dat Bernhard geen gezag en kennis van zaken had.


Inhoudelijk onjuist is de informatie over bruggenhoofdoperatie Market Garden,  de ondertekening van een capitulatie en/of capitulatiebesprekingen op 5 en 6 mei in Wageningen en capitulaties van het Duitse leger of Duitse overgave op 7 mei 1945 in  Reims en 8 mei in Berlijn. De informatie over operatie Market Garden  is gebaseerd op een van de inhoudelijk slechtste boeken over deze operatie:  A. Beevor, Arnhem. The Battle of the Bridges 1944, 2018 - Arnhem. De slag bij de bruggen). Dan spreek je nog over een Corridor van veroverd gebied tot de Rijn of Arnhem, het afwerpen van een pantserregiment, een nederlaag bij Arnhem op 22 in plaats van 19 september, de Rijnbrug als doel, verovering van de noordzijde van de brug in plaats van vestiging van defensieve  posities in gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de brug, slag om Arnhem (geschiedvervalsing),  langere duur van bezetting van de noordelijke provincies en in het westen een hongerwinter. In  werkelijkheid was het strategische doel van operatie Market Garden na de Rijnoversteek bij Arnhem vestiging van een sterk bruggenhoofd op de Veluwe tussen Arnhem en het IJsselmeer met diepe uitlopers over de IJssel als opstelplaats voor Britse XXX Corps. Het tactische doel was het afsnijden van de Duitse troepen met hun lanceerbases voor raketten in  het westen van Nederland. Het doel van de Britse 1ste Luchtlandingsdivisie was de vestiging van zuid naar noord van een bruggenhoofd langs de Neder-Rijn tussen de Westerbouwing en Westervoort met een van de drie oeververbindingen als opstelplaats voor de beide flankkorpsen.


De auteur spreekt abusievelijk over de bevrijding in april 1945 van Oost- en Noord-Nederland door Canadezen. Die hadden echter eigen taken: verdediging van de linkerflank van  het Britse Tweede Leger dat in Duitsland naar het noordoosten oprukte en veiligstelling van een verbindings- en bevoorradingsroute van Eindhoven over Nijmegen en Arnhem naar het noorden en noordoosten. Bewoners van plaatsen die door de Canadezen waren gezuiverd van vijandelijke troepen zagen vernietiging van vijandelijke troepen aan voor bevrijding. Prins Bernhard nam daarna zijn intrek in landgoed Spelderholt bij Beekbergen.


De geschiedvervalsing van een – totaal overbodige - capitulatie in Wageningen op 5 en 6 mei 1945 neemt de auteur kritiekloos over. De Duitse gewapende troepen in Nederland hadden als onderdeel van de Legergroep Nordwest op 4 mei 1945 om 18.30 uur onvoorwaardelijk gecapituleerd op de Timoloberg op de Lűneburger Heide. Het Document van Overgave trad op 5 mei 1945 om 08.00 uur in werking. Nederland was vrij. Vereist waren nog drie zaken: ondertekening door de gecapituleerde Duitse bevelhebber Blaskowitz niet van voorwaarden of een capitulatiedocument (sic!), maar van Orders to German Commanders on Surrender (Bevelen aan gecapituleerde Duitse bevelhebbers) tot verstrekking van gedetailleerde militaire informatie; ontwapening van de Duitse troepen en krijgsgevangenschap. Dit gebeurde ook op tal van andere plaatsen in Noordwest-Duitsland waar gecapituleerde bevelhebbers dergelijke bevelen  moesten ondertekenen voorafgaand aan ontwapening en krijgsgevangenschap. De auteur beweert abusievelijk dat dit niet duidelijk was. Het was echter glashelder, zij het niet voor prins Bernhard. Luitenant-generaal Foulkes greep niet in omdat er onduidelijkheid was, maar omdat hij van zijn bevelhebber generaal H. Crerar bevel kreeg. Blaskowitz tekende op 5 mei om 16.30 uur in hotel De Wereld de ‘’Bevelen aan gecapituleerde Duitse bevelhebbers’’ om militaire informatie te verstrekken, zoals vereist door de Duitse opperbevelhebber Keitel ‘zonder commentaar’.  Desgevraagd kreeg hij 24 uur uitstel voor het verstrekken van de vereiste zeer gedetailleerde militaire informatie. Daarom begon de ontwapening van Duitse troepen een dag later. Blaskowitz leverde de volgende dag de vereiste informatie in bij Foulkes in de aula. Bernhard was daar uiteraard niet bij aanwezig. Die  begreep niets van de gang van zaken in Wageningen en  Montgomery had hem in Beekbergen via Foulkes laten weten dat de BS geen Duitse troepen mochten ontwapenen en zich in grote steden niet gewapend op straat mochten vertonen. Duitse troepen mochten zelfs wapens houden om zich tegen de BS te kunnen verdedigen, zoals op 7 mei op de Dam in Amsterdam. De aanwezigheid van Bernhard in Wageningen was onnodig en zelfs ongewenst voor de geallieerden.


Diezelfde dag, 7 mei, ondertekende Generaloberst Alfred Jodl in Reims niet ‘’de algemene capitulatie van het  Duitse leger‘’ of een Duitse overgave (onmogelijk), maar de Act of Military Surrender die de onvoorwaardelijke capitulatie inhield van alle Duitse gewapende troepen op alle fronten in het westen en oosten. Deze Act of Military Surrender trad op 8 mei in werking. Daarom is die dag Victory in Europe Day (VE-Day). De Act of Military Surrender van Reims werd op 8 mei in Berlijn niet nogmaals getekend (wat een onzin!), maar geratificeerd door de Duitse opperbevelhebber, drie Duitse bevelhebbers en geallieerde bevelhebbers op initiatief van de Britten ter voorkoming van een  tweede dolkstootlegende. De opmerking van de auteur dat Duitsland uiteindelijk de oorlog verloor in het oosten en niet in het westen is dan ook klinkklare onzin. 

Deel deze pagina